Vrij Nederland, 8/1/2000
Vrij Nederland, 8/1/2000De republiek der letteren
De economische boer, door Lucas Reijnders
Laat vele koeien grazen
Het wordt altijd als onvermijdelijk gezien: de boer die economisch wil renderen, moet de nieuwste technieken gebruiken en aan schaalvergroting doen. "De virtuele boer" betwijfelt dat. Enige tijd geleden moest ik debatteren met Jan Kees Vogelaar, bestuurslid van de boerenorganisatie LTO en voorman van de vaderlandse melkveehouders. Hij schetste een toekomst waarin het aantal melkveehouders "vanzelfsprekend" zou zijn gehalveerd en het aantal koeien per boerderij verdubbeld. Dit soort toekomstige boer is het mikpunt van De virtuele boer.
Jan Cees Vogelaar, voorheen voorzitter van LTO - melkveehouderij met Jan Douwe van der Ploeg
Het boek van Jan Douwe van der Ploeg gaat niet over de website van de boerenorganisatie LTO en niet over de hackersactiviteiten van het Nederlands Verbond van Varkenshouders. De titel verwijst naar "de boer" zoals die tussen de oren zit bij veel LTO-bestuurders, landbouwonderzoekers en ambtenaren. De "virtuele boer" richt de ontwikkeling van zijn bedrijf op de wetmatigheden van markt, wetenschap en techniek. Van der Ploeg rekent daar hardhandig mee af. Maar meer nog is De virtuele voer een turf over reëel bestaande boeren en het platteland dat ze bewonen en over hoe ongrijpbaar ze zijn. Dat blijkt wel uit de recente agrarische geschiedenis. Eerst wilde "de kleine boer" tegen de verwachtingen in maar niet verdwijnen. Vervolgens werden de gevolgen van de landbouw quotering verkeerd geschat. Toen minister Braks halverwege de jaren tachtig riep dat er geen varken meer bij kon en daarvoor noodwetgeving uitvaardigde, groeide de varkensstapel als nooit tevoren. En hoewel na de recente varkenspestepidemie algemeen werd gesteld dat de varkensstapel eindelijk moest worden ingekrompen, is de omvang ervan inmiddels weer terug op het niveau van voor de epidemie. Van der Ploeg probeert het doen en laten van boeren en tuinders inzichtelijk te maken. Hij is hoogleraar landbouwsociologie aan het Universitair Centrum Wageningen. Zijn boek is geschreven met het hoofd, maar vooral ook met het hart. Van der Ploeg besteedt terecht veel aandacht aan de sterk verschillende strategieën die boeren erop na houden om een belegde boterham te verdienen. In ruime kring wordt geloofd dat de boer alleen kan overleven in de concurrentiestrijd wanneer hij alleen boert en de meest rendabele nieuwe technische vindingen en wetenschappelijk inzichten toepast.
In de praktijk blijkt het verdienen van de boerenboterham niet afhankelijk te zijn van de wetenschappelijke tredmolen en onvermijdelijke schaalvergroting. Op basis van een analyse van Friese melkveehouders onderscheidt Van der Ploeg zeven sterk verschillende bedrijfsstrategieën. Er zijn fokkers en "sunige" (zuinige) boeren. Friesland kent voorts trekkerboeren, intensieve boeren en "grutte" boeren. En dan zijn er nog de sljuchtwei ("gewoonweg") boeren en de "kowe minsken" (die mooi en zuinig boeren). Bij intensieve boeren staat het saldo per hectare centraal. Sunige boeren mikken primair op lage kosten en grutte boeren op maximale expansie. Op de waddeneilanden trof Van der Ploeg melkveehouders aan die een voor virtuele boeren hopeloze positie wisten om te zetten in financieel aantrekkelijke streekproductie. In de Achterhoek vindt hij dubbeldoelboeren, zuinige boeren, praktische boeren, machineboeren en fanatieke boeren. Veel zaken waar "de virtuele boer" niks mee heeft, doen het dezer dagen juist zeer goed. Van der Ploeg staat zo stil bij het recente succes van milieucoöperaties en laat zien dat agrarisch natuurbeheer, kamperen bij de boer, paardenhouderij, het werken buiten het boerenbedrijf, verkoop via de boerderij en EKO-productie veel geld in het laatje brengen.
De dwarsheid van de praktijk op het platteland deert de vaste vrienden van "de virtuele boer" echter niet. De LTO-top blijft gebiologeerd door schaalvergroting en intensivering van kapitaal. Van der Ploeg laat zien dat het slechts een manier is om aan een redelijk inkomen te komen en voor de toekomst zeker niet de meest aantrekkelijke. Zo zijn het in de Friese melkveehouderij juist de fokkers en sunige melkveehouders die zich de afgelopen jaren in financieel opzicht het best hebben geweerd, en niet de expansieve grutte boeren. Het idee dat men beter meerdere bloemen kan laten bloeien, krijgt daardoor een stevige ondersteuning. Van der Ploeg gaat nog een stap verder en breekt een lans voor een stop op de ontwikkeling van megabedrijven. Die zitten de andere bedrijven volgens hem te veel in de weg. In de jaren vijftig koos Italiƫ voor de kleine melkveehouder: daaraan dankt dat land onder meer de buitengewoon lucratieve parmezaanse kaas, gemaakt door kleinschalig opererende boeren. Niet alle onderdelen van De virtuele boer zijn even overtuigend. De kloof tussen boeren en stedelingen als ondernemers lijkt mij veel minder groot dan het boek aangeeft. Ook op Van der Ploeg's perceptie van modernisering is het een en ander aan te merken. Zijn standpunt lijkt te zijn dat modernisering in essentie een naoorlogs verschijnsel is en dat het einde ervan ten onrechte niet in zicht is. Modernisering is echter al twee eeuwen een sleutelwoord in de landbouw.
En gezien de heftige ontwikkelingen in de economie, wetenschap en techniek is het onredelijk te veronderstellen dat het einde van de verandering in zicht moet komen. In grote lijnen is De virtuele boer echter een welkome aanval op de curieuze abstractie die centraal staat bij voorlieden in het landbouwbeleid. Voor wie wil begrijpen hoe het op het platteland toegaat, is De virtuele boer een betere gids dan Geert Mak"s Hoe God verdween uit Jorwerd.
NIEUW
Jan Douwe van der Ploeg
Formerly Professor and Chair of Rural Sociology and Emeritus professor of Transition Studies at Wageningen University (WUR), the Netherlands and Adjunct Professor of Rural Sociology at the College of Humanities and Development Studies (COHD) of China Agricultural University (CAU) in Beijing, China.
e-mail: klik hier
Jan Douwe van der Ploeg
Formerly Professor and Chair of Rural Sociology and Emeritus professor of Transition Studies at Wageningen University (WUR), the Netherlands and Adjunct Professor of Rural Sociology at the College of Humanities and Development Studies (COHD) of China Agricultural University (CAU) in Beijing, China.
e-mail: klik hier