| home | NEDERLANDS | english | espaňol | português | italiano | |
Home · VIRTUELE BOER · landelijke pers · Binnenlands Bestuur

Binnenlands Bestuur

Binnenlands Bestuur, jaargang 20, week 48,
3/12/1999 pagina 17 en 18

Eenzame minister van Landbouw kan wel wat nieuwe vriendjes gebruiken
Het autistische departement
door Arian Kuil

Het landbouwbeleid verkeert in een crisis. De minister zit minder dan een half jaar na zijn aantreden ineens alleen aan tafel waar het gaat over het lastige onderwerp dat hij op zijn bordje heeft gekregen. Nadat zij eerst de radicale sector van de varkensboeren op provocerende wijze buiten het debat hadden geplaatst, stapten de gematigder vertegenwoordigers vorige week zelfs op. 'Ik viel haast van mij stoel', zei Laurens-Jan Brinkhorst en gaf toe er niets van te begrijpen. Dat geldt voor het hele ministerie zegt Jan Douwe van der Ploeg, hoogleraar aan de Landbouwuniversiteit Wageningen, die onlangs een boek uitbracht waarin hij LNV van 'autisme' beschuldigt.



Toch verwacht Van der Ploeg veel van de nieuwe minister op het departement waar ook iets moet gebeuren, want de politiek is de grip op dit ministerie kwijtgeraakt. De hoogleraar rurale sociologie volgt het landbouwbeleid en de makers daarvan al zo'n vijftien jaar op de voet. Het laatste decennium bevindt de sector zich in een cruciale omslagfase, terwijl beleidsmakers, politieke leiding en de verschillende sectoren binnen het departement allen verschillende beelden van niet bestaande boeren hanteren. Zelfs de cijfers kloppen niet volgens Van der Ploeg. Er zijn geen 100.000 boerenbedrijven in Nederland, maar 70.000. En er wordt wel veel geklaagd over boeren die de noodzakelijke en voorgenomen hervormingen niet willen, maar de minister en het departement vergeten de vijfentwintig procent die nog harder wil dan het ministerie. Van der Ploeg's Leidse collega Jouke de Vries legde vijf jaar geleden ook al eens de vinger op de zere plek, toen hij met Hans Bekker en Geert Neelen in het boek 'Salto Mortale' de problemen rond de radicale omslag die in het landbouwbeleid nodig is beschreef. De Vries volgt het beleid en ministerie nog steeds en herkent wel wat in de aantijgingen van Van der Ploeg. 'Al overdrijft hij volgens mij een beetje.' Het grote probleem is alleen dat het hele departement inclusief de minister volledig in beslag genomen wordt door het mestdossier. 'Dat vertroebelt de kijk op de rest', aldus De Vries. 'Er is een duidelijk breekpunt opgetreden aan het eind van de jaren tachtig', zegt Van der Ploeg. 'Het ontwikkelingsspoor van de grootschalige intensieve landbouw liep toen tegen haar eigen grenzen op. Voor nieuwe elementen als duurzaamheid, milieu en de kwaliteit van ons voedsel was nieuw beleid nodig, een omslag. De top van het ministerie zag dat nog wel, maar de nodige veranderingen liepen vast in procedures en agenda's en een parafencultuur doordat men op ministerie vasthield aan de oude aanpak. De ambtenaren konden niet mee.'

Ossenwagens
'Alles overziend had de politiek ook onvoldoende grip op het ministerie. Van Aartsen handelde op beslissende momenten buiten zijn ambtenaren om, waarop de ambtenaren dachten: Laat maar, hij is straks toch weg. Apotheker die het met een vriendelijke dialoog probeerde hebben ze keihard laten vallen. Daar heb ik me echt over verbaasd. Dat was ronduit op het onbehoorlijke af. Het heet dan dat ministers hun ambtenaren niet mogen laten vallen, maar wat daar toen gebeurd is grenst aan het ongelooflijke. Ze hebben hem gewoon voor schut gezet. Bovenal de routiniers. Het is ook een departement waarin elke directeur zijn eigen domein heeft en geen inmenging van anderen duldt. Het is zoals de boeren in Zuid-Afrika vroeger deden. Die zetten ossenwagens in een cirkel tegen gevaar van buiten en dan gingen ze binnen die cirkel nog eens onderling aan de gang.' Of het allemaal zo erg is wagen andere waarnemers, zoals De Vries en verschillende leden van de vaste kamercommissie voor landbouw, te betwijfelen. Het klopt wel dat het op het ministerie allemaal niet even soepel marcheert. De cultuuromslag van een de boeren bedienend ministerie naar een veel meer milieu- en maatschappelijk verantwoorde landbouw gaat met behoorlijk wat groeipijnen gepaard, maar er wordt hard aan gewerkt. Zo zijn er alleen al deze maand weer zeven nieuwe directeuren en twee plaatsvervangend directeuren benoemd en zijn vier toppers van buiten het ministerie aangetrokken. Dat de minister daarnaast zelf soms toch wat ongelukkig opereert, waardoor het draagvlak afbrokkelt, vindt de Tweede Kamer wel zorgelijk. Maar volgens de waakhonden van de minister lijkt die zorg vooralsnog niets met de situatie op het ministerie van doen te hebben. De Vries wijst er evenwel op dat de huidige moeilijke situatie vooral is ontstaan nadat eerst Van Aartsen afstand van het middenveld nam, Apotheker vervolgens weer probeerde te lijmen en Brinkhorst zich nu opnieuw de sector tegen zich in het harnas jaagt. Het lijkt allemaal wel stoer om harde grenzen en wetten te stellen, maar je hebt wel de sector nodig om ze uit te voeren. In deze 'oorlogssituatie' geldt elke overwinning van een minister als een Pyrrusoverwinning, volgens De Vries.

Houdgreep
Met de Tweede Kamer heeft Van der Ploeg er niettemin alle vertrouwen in dat het Brinkhorst zal lukken zowel orde op zaken te stellen binnen het ministerie als de volkomen vastgelopen herstructurering van de sector te bewerkstelligen. 'Ik verwacht daar veel van', aldus Van der Ploeg en ook Brinkhorst's harde opstelling ten opzichte van boerenleider Wien van den Brink juicht hij toe. 'Van den Brink is één van de leiders van een zéér radicale organisatie, die voor veel ellende zorgt en een deel van de andere boeren en ook het ministerie in een wurggreep heeft genomen. Van der Brink representeert het verleden en eist met zijn aanhang gewoon het recht op om vervuiling te behouden. En dat doet hij met antidemocratische middelen. Ik vind het onbegrijpelijk dat vanuit de boerenorganisaties zelf men niet al veel eerder afstand genomen heeft van die man.' Maar met alle ossenwagens en rattenvangers van Hamelen moet er nog een hoop gebeuren om de mede hierdoor al tien jaar tegen haar eigen grenzen aanbotsende sector uit het slop te halen. En er is al veel tijd verloren gegaan. Daarbij lijkt het alleen maar zwaaien met Europese richtlijnen en stellen van wetten onvoldoende. Zonder draagvlak gaat het niet. Daarvoor is begrip nodig en een goede communicatie. 'Op de eerste plaats moet er nu dus snel een duidelijke toekomstvisie komen voor de landbouw en het hele platteland. Dat verkeert nu in een verlammende onzekerheid. Daarnaast moet het departement weer ogen en oren krijgen. Zien en horen wat er gebeurt.' Of daar een reorganisatie voor nodig is, weet Van der Ploeg niet. 'Daar ga ik niet over, dat moeten anderen maar bekijken.' 'Op de derde plaats is het belangrijk dat er minder krampachtig wordt vastgehouden aan generieke oplossingen. Nederland vraagt om precisiewerk. Wat je in Noord-Limburg kunt, zal heel anders zijn dan wat er op de Friese klei moet gebeuren. De hoofdlijnen moeten klip en klaar zijn, maar daarbinnen moet je regionaal en lokaal afspraken maken en maatwerkoplossingen bedenken.' Als laatste moeten er vanuit het ministerie veel effectievere en hechtere strategische coalities gesloten worden met het vooruitstrevende deel van de sector, volgens Van der Ploeg. En op dat laatste dringt ook de Tweede Kamer aan. De nu wat eenzame Brinkhorst kan ook wel wat nieuwe vriendjes gebruiken om uit deze houdgreep te ontsnappen.
NIEUW

Jan Douwe van der Ploeg
Formerly Professor and Chair of Rural Sociology and Emeritus professor of Transition Studies at Wageningen University (WUR), the Netherlands and Adjunct Professor of Rural Sociology at the College of Humanities and Development Studies (COHD) of China Agricultural University (CAU) in Beijing, China.
e-mail: klik hier