Algemeen dagblad
18/11/1999Kiezen voor de "nieuwe" boer
Van een onzer verslaggevers
Rotterdam - Het ministerie van Landbouw faalt "op een onthutsende manier". 'Ik krijg kromme tenen van de onkunde die daar heerst', zegt Prof. Dr. Ir. Jan Douwe van der Ploeg, hoogleraar rurale sociologie in Wageningen. Hij legt in zijn boek De virtuele boer haarfijn uit dat het ministerie een volstrekt verkeerd beeld heeft van wat er gaande is op het platteland.
Volgens Van der Ploeg, die zijn boek vandaag aan minister Brinkhorst van Landbouw aanbiedt, baseert het ministerie zijn beleid op foutieve cijfers en theorieën. 'Ze frutselen een paar modellen uit de computer en proberen daarin de landbouw te persen.' Van der Ploeg gelooft heilig in de ouderwets boerende peasants, de nieuwe veelzijdige boeren en niet in de moderne agrarische grootondernemers, de farmers. Het ministerie daarentegen heeft juist op deze superboeren ingezet. Binnen afzienbare tijd moeten zij goed zijn voor een aandeel van 80 procent (nu nog 30) in de sector. Deze ontwikkeling, is niet alleen onthutsend, maar ook gevaarlijk, vindt Van der Ploeg. Immers, om deze bedrijven te kunnen herbergen, moeten hele landschappen worden 'platgeveegd'. 'Ook hebben de farmers veel minder oog voor de natuur- en landschapswaarden dan de peasants. Bovendien zijn de kosten voor grond en productiequota hoog in Nederland. De farmers zullen door de liberalisering van de wereldmarkt nooit goedkoop kunnen produceren en daarmee zijn ze uiterst kwetsbaar.' Als het ministerie blijft vasthouden aan dit beleid, 'een erfenis van de jaren 60 en 80', staat voor het eerst in de geschiedenis het voortbestaan van de Nederlandse land- en tuinbouw op het spel, meent Van der Ploeg. En dat niet alleen. De hoogleraar vreest ook voor de toekomst van 'onze mooie groene ruimte' en het door de landbouwsector geproduceerde 'kwalitatief hoogwaardig en veilig voedsel'. Het systematisch gebrek aan inzicht in de landbouwpraktijk beperkt zich niet tot het ministerie. Ook de onderzoeksinstituten en wetenschappers (door Van der Ploeg het expertsysteem genoemd) die het ministerie van Landbouw voeden, werken met beelden en theorieën die geen enkele betrekking hebben op de realiteit. En wat nog erger is, de kloof tussen deze 'virtuele beelden' en de hedendaagse werkelijkheid wordt steeds groter. 'Maar', zegt de hoogleraar, 'het zijn wel deze beelden en theorieën die worden gebruikt om belangrijke delen van het landbouwbeleid te onderbouwen.' Het tij is nog te keren, vindt Van der Ploeg. Daarvoor moet het departement wel weer ogen krijgen.'Het ministerie is nu licht autistisch, ziet niet wat er op het platteland gebeurt. Voorts dient het zicht te committeren aan de echte vernieuwers in de landbouw. Ook is het tijd voor een visie op de toekomst.' Overigens, Van der Ploeg maakt zelf ook als jaren deel uit van het expertsysteem. Ook hij behoort in het boerenjargon tot de 'druipneuzen, stropdassen, onnozelo's', die verantwoordelijk zijn voor de huidige ellende in de agrarische sector. Dat noopt de hoogleraar tot enige nuancering in zijn boek. 'Het failliet van het beleid zegt niets over de kwaliteit van de betrokkenen, maar wel alles over de manier waarop ze hun kennis gebruiken.'
NIEUW
Jan Douwe van der Ploeg
Formerly Professor and Chair of Rural Sociology and Emeritus professor of Transition Studies at Wageningen University (WUR), the Netherlands and Adjunct Professor of Rural Sociology at the College of Humanities and Development Studies (COHD) of China Agricultural University (CAU) in Beijing, China.
e-mail: klik hier
Jan Douwe van der Ploeg
Formerly Professor and Chair of Rural Sociology and Emeritus professor of Transition Studies at Wageningen University (WUR), the Netherlands and Adjunct Professor of Rural Sociology at the College of Humanities and Development Studies (COHD) of China Agricultural University (CAU) in Beijing, China.
e-mail: klik hier